“Tijd doorbrengen in een bioscoop,” zo schreef de Amerikaanse kunstenaar Robert Smithson in 1966, “staat gelijk aan een gat slaan in iemands leven.” De architectuur van moderne filmhuizen, merkt de kunstenaar op, is gericht op een immersieve ervaring. Met een zwart interieur, comfortabele zetels en een perfect afgesteld geluidssysteem wordt alles in het werk gesteld om ons van de buitenwereld af te sluiten, ons lichaam te vergeten en elk gevoel van tijd te verliezen. Voor de duur van een film in een bioscoop wordt zowel ruimte als tijd opgeschort. Niets van dit alles in CINEMA van Philip Metten, de modulaire en verplaatsbare structuur voor het vertonen van hedendaagse kunstenaarsfilms die de centrale ruimte van Zeno X Gallery inneemt. Hier worden films niet geprojecteerd in een pikdonkere en geluidsdichte ruimte die binnen de tentoonstellingsruimte werd gebouwd. Analoog aan de lens van een fotografische camera ontvouwt CINEMA zeven balkvormige kaders in de ruimte. Aan de ene zijde vormt de transportkist van het werk zelf het projectiescherm. De andere kant wordt afgesloten door een in aluminium bekleed vierkant wandpaneel dat een achthoekig sculpturaal reliëf draagt. De vier hoeken van het paneel doen dienst als lichtbakken en werpen een zacht licht op de achterwand van de tentoonstellingsruimte. Zo lijkt het alsof de structuur zelf als een projector functioneert. CINEMA heeft geen eigen zitjes. Het staat de gastinstelling vrij om de stoelen te kiezen die binnen het skelet geplaatst worden.
CINEMA is tegelijk sculptuur en architectuur: het interieur dat wordt afgebakend, is permeabel. De structuur bezit geen deuren of een ingang. Bezoekers kunnen de structuur via de zijkant betreden doorheen de aaneengeschakelde kaders. In zekere zin hoeft men CINEMA zelfs niet te betreden om de geprojecteerde film te bekijken. Beeld en geluid dringen naar buiten tot in de ruimte errond. Hier wordt er geen gat geslagen in onze levens. Metten’s CINEMA verankert de lichamelijke ervaring van het bekijken van een film bewust terug in de condities van tijd en ruimte van de tentoonstelling.
Tijdens de tentoonstelling in Zeno X Gallery wordt in Metten’s CINEMA de film Medley 23 Feb. Van Anne-Mie Van Kerckhoven getoond, de andere kunstenaar die gelijktijdig in de galerij tentoonstelt. De fluorescerende kleuren, digitaal gemanipuleerde beelden en samples van stemmen en geluiden in de film animeren als het ware de sculpturale drager – een krachtige ontmoeting tussen twee gelijkgestemde zielen.
In de ruimte voorafgaand aan CINEMA presenteert Philip Metten 12 collages. De werken verschillen in grootte, formaat en vorm en zijn de uiteenlopende resultaten van een proces dat centraal staat in de praktijk van de kunstenaar. Het gros van het werk van Metten kent een oorsprong in de dagelijkse activiteit van het samenplakken van snippers en stukken papier tot geometrisch complexe figuren. De resulterende grafische composities dienen vervolgens als de basis voor nieuw werk, gaande van sculpturen, wandreliefs tot grootschalige architecturale installaties. Het interieur van een bar in Antwerpen, BE (BAR, 2013), de scenografie voor een tentoonstelling in Extra City Kunsthal, Antwerpen, BE (The Corner Show, 2015) alsook de façade van de Kai Matsumiya Gallery in New York, US (153. Stanton, 2015) werden ontwikkeld door de een van de vele collages verticaal dan wel horizontaal te extruderen. Het stoere embleem dat de voorwand van CINEMA bekleedt, is bijvoorbeeld ook een driedimensionale vertaling van een tekening. Voor het restaurant ESSEN dat weldra geopend wordt in Borgerhout startte de kunstenaar opnieuw van een diagram dat hij achtereenvolgens plooide en als een inwendige enveloppe in een bestaand gebouw schoof.
Voor de tentoonstelling in Zeno X Gallery maakte Metten een nieuwe reeks collages. Hiervoor ging hij aan de slag met zowel papiersnippers als de restanten van oude en afgeschreven maquettes in karton. Hiermee verleende de kunstenaar volume aan de inherente materialiteit van een collage. Ontelbare elementen van verschillende geometrische vorm, gelaagheid en kleur assembleerde Metten tot labyrinthische, driedimensionale oppervlaktes. Terwijl de compositie van elk werk rond een verticale as werd gespiegeld, is de resulterende symmetrie bedrieglijk. Geen enkel element in deze collages is identiek. De rafelige randen van de snippers, lijmresten en sporen van Tippex, alsook de vele pen- en potloodlijnen verraden de tijd die het maken van deze werken heeft gevergd. Nauwgezet construeerde de kunstenaar elk van deze werken laag per laag horizontaal op een tafel in zijn studio – een omgekeerd archeologisch proces als het ware.
Van zodra de werken verticaal op de wand worden gehangen, ontstaat er een fascinerend spel van schaal. Terwijl de werken van op afstand gezien een uitgesproken picturaal karakter bezitten, vertoont elk werk, ongeachte de grootte, van nabij een fascinerende materiële en ruimtelijke diepte. De schier digitale aanblik die ze als totaalbeeld kennen, wordt versplinterd van zodra men naderbij komt. Dan overheerst tactiliteit. In dit fascinerend dubbelspel komen heden en verleden elkaar tegen. Onwillekeurig herkent men in de driedimensionale collages van Metten zowel Mesopotamische bouwwerken als hi-tech steden, art deco ornamenten en sci-fi ruimtetuigen. Dit retrofuturistische karakter wordt bovendien versterkt door het specifieke kleurenpalet dat de kunstenaar hanteert. Zijn voorliefde voor technisch tekenpapier en het fotokopieerapparaat zorgt ervoor dat een vaal roos, oranje, lichtblauw, grijs en zwart overheersen. Dit zijn niet de schreeuwerige kleuren van de publiciteit en reclame, maar de bleke tinten van adminstratie en berekening. De ruïnes en stadslandschappen die Metten oproept, blaken niet van belofte en vooruitgang, maar evoceren dystopie en leegte. Philip Metten (°1977) woont en werkt in Antwerpen. Hij is docent in de opleiding Beeldhouwkunst en onderzoeker aan KASK / School of Arts, Gent.