Kim Jones werd in 1944 geboren in San Bernardino in Californië maar woont en werkt in New York sinds 1982. Al vijf decennia werkt Jones aan een consistent oeuvre dat bestaat uit tekeningen, sculpturen, performances en installaties. ‘The Last Shape of Things’ is zijn vijfde solotentoonstelling sinds hij Zeno X Gallery vervoegde in 2003.
Er zijn verschillende biografische elementen die helpen om bepaalde motieven beter te begrijpen. Zo kreeg Kim Jones op zevenjarige leeftijd Perthes, een aandoening van het heupgewricht, waardoor hij drie jaar in een rolstoel moest doorbrengen. Om de verveling tegen te gaan begon hij doorgedreven te tekenen. De tekeningen die hij maakte waren geïnspireerd op de oorlogsspelletjes die hij als kind speelde en verbeeldden slagvelden waarbij kruisjes en punten elkaar aanvallen. Deze tekeningen zouden later uitmonden in zijn bekende ‘war drawings’, die een geheel nieuwe betekenislaag kregen doordat hij zijn dienstplicht vervulde tijdens de Vietnamoorlog tussen 1966 en 1969.
In de vroege jaren zeventig keerde Kim Jones weer naar Los Angeles en daar ontwikkelde hij zijn alter ego Mudman. L.A. was toen de plek waar kunstenaars als Paul McCarthy, Chris Burden, Barbara T. Smith, Allan Kaprow en John Baldessari elkaar ontmoetten en tentoonstellingen, live acties en performances organiseerden.
Het lichaam, het burgerrechtenactivisme, de seksuele bevrijding en het protest tegen de oorlog waren voorname thema’s. Als Mudman liep Kim Jones rond in de straten van Los Angeles, op het strand, de metro en in de kunstgalerijen. Hij was nauwelijks gekleed, ingesmeerd met modder en hij droeg een constructie op zijn rug met takken, stukken stof en schuimrubber. Jones maakte van zijn lichaam een levende sculptuur en bracht op deze manier kunst in de publieke ruimte.
Vanwege het efemere karakter van het medium zijn de foto’s die gemaakt werden tijdens zijn performances zeer belangrijke documenten gebleken. Voor Jones zijn de foto’s echter veel meer dan documentatie; hij tekent en schildert verder op de prints en creëert zo autonome werken. Fotografische stukken worden vaak gecombineerd met fantastische figuren en elementen uit zijn dromen en op een associatieve wijze verbonden. De tekeningen hebben vaak verschillende dateringen omdat Jones er doorheen de jaren aan verder blijft werken. Het wissen, veranderen of doen muteren van vormen en figuren en de ‘horror vacui’ zijn karakteristiek voor zijn tekenpraktijk. Jones zoekt regelmatig aansluiting met zijn werken door ze te ‘updaten’.
Tijdens zijn residentie in PS1 in New York in 1983-1984 creëerde hij een sculptuur die hij op zijn rug kon dragen wanneer hij optrad als zijn alter ego Mudman. Deze ‘Mudman Structure (small)’ wordt in de tentoonstelling gepresenteerd als een historisch artefact en overblijfsel van zijn performatieve praktijk. Dezelfde structuur werd ook gebruikt bij performances die hij deed in de metro in New York en in de New Museum in New York in 1986. Gedurende zijn residentie in PS1 ving Jones ook aan met het beschilderen en bewerken van de kleren die hij droeg. Hij transformeerde zijn T-shirts, vesten en schoenen in Mudman-achtige sculpturen, bedekt met war drawings.
Het werk van Kim Jones zit in de prominente publieke collecties van de Metropolitan Museum of Art, New York; MoMA, New York; Museum of Contemporary Art, Los Angeles; Centre Pompidou, Paris; Hammer Museum, Los Angeles; LACMA, Los Angeles; Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam; SFMOMA, San Francisco; Whitney Museum of American Art, New York, etc.
Het werk van Kim Jones werd opgenomen in groepstentoonstellingen als de Sydney Biennale; Venice Biennale; Guggenheim Museum, New York; MCA, San Diego; Museum of Contemporary Art, Los Angeles; MoMA, New York; LACMA, Los Angeles; The Drawing Center, New York. Binnenkort wordt zijn werk getoond in het Smithsonian American Art Museum in Washington.